Oplossing
U heeft het vast gemerkt, het overlijden van de Kamerheer heeft niets natuurlijks. Er werd een misdaad gepleegd die avond. De piste wijst in de richting van een vergiftiging: een onbekend rood poeder, meegebracht uit een ver land, in staat om een hartstilstand te veroorzaken. Maar wie kan deze moord gepleegd hebben? En waarom?
Don Salluste is waarschijnlijk de enige die zichzelf niets te verwijten heeft. Hij was al lange tijd verliefd op Marguerite, maar stuit op verzet van Jan, haar oom, die hem geen goede partij vindt. Hij kon rekenen op de hulp van Capuzzi, die een geheime ontmoeting georganiseerd heeft met Marguerite tijdens het banket. Ze wilde niet langer wachten en heeft hem overtuigd om ’s nachts met haar te vluchten.
Marguerite heeft zichzelf ook niet veel te verwijten, ze is bovendien getuige geweest van verscheidene eigenaardige heen-en-weerbewegingen rond de persoon van Louis Chabot de Beaulieu, alsook van vreemde fenomenen vlakbij de kamer van broeder Ambrosius. Ze heeft echter een kopie van de geheime agenda van haar oom bezorgd, in ruil voor hulp om een geheim afspraakje te regelen in de tuinen met haar aanbidder, Don Salluste. Ze is met hem gevlucht, vlak voor het banket, zonder het lot van haar oom te kennen.
De Gravin van Glastonbury heeft er geen belang bij de Kamerheer te elimineren, integendeel. Ze werd door de Koning van Engeland, naar het hof gestuurd met de geheime opdracht om een privéontmoeting met de Keizer te regelen en hem te overtuigen een alliantie te sluiten met Hendrik VIII tegen Frankrijk, waarbij ze de wil tot neutraliteit van de Keizer op de helling zou zetten. De Gravin is erin geslaagd de Kamerheer te overtuigen en deze heeft beloofd Keizer Karel naar een geheime ontmoeting te brengen tijdens het banket. Jan overleed jammer genoeg voor hij dat kon doen. Terwijl ze tevergeefs op Jan wacht, ziet ze Jan van Saksen en Ambrosius het Paleis verlaten, vermomd als monnik.
Jan Sweerts, Kamerheer van het hof, is het slachtoffer van een vergiftiging, die meer politiek dan persoonlijk bedoeld is. Het enige dat men hem kan verwijten is dat hij te veel zijn nicht wou beschermen en dat hij de ontmoeting tussen de Gravin en de Keizer geregeld heeft tegen de belofte van een persoonlijke toelage.
Bernardo Capuzzi is eigenlijk een spion van de paus aan het Keizerlijk Hof, onder de dekmantel van het kunstenaarschap. Hij moet ervoor zorgen dat het Keizerrijk in de schoot van de Kerk blijft. Hij heeft heimwee naar Italië en hoopt een actie te bewerkstelligen die veel indruk maakt en hem zal toelaten terug te keren naar Rome. Hij wordt een medeplichtige van de Ambassadeur van Frankrijk wanneer deze hem in ruil belooft de identiteit van de alchemist Hohenheim, die gezocht wordt door de Kerk, te onthullen. De kunstenaar manipuleert Marguerite Sweerts om de agenda van de Kamerheer te bemachtigen en koopt ook het rode poeder van Don Salluste, onder het voorwendsel om het te gebruiken als pigment voor een onvoltooid schilderij.
Wanneer hij de ware identiteit van Hohenheim verneemt, is deze laatste het Hof al ontvlucht.
Broeder Ambrosius is gepassioneerd door alchemie en geneeskunde en heeft enkele verhandelingen geschreven onder het pseudoniem Hohenheim. Zijn teksten werden veroordeeld door de Kerk en vervolgens heeft hij zijn toevlucht gezocht bij de machtige Keurvorst van Saksen, Frederik III de Wijze. Laatstgenoemde komt meer en meer in conflict met Keizer Karel en vreest dat zijn neef Jan van Saksen als gijzelaar zal dienen als de situatie verslechtert. Daarom heeft hij Broeder Ambrosius als boodschapper gestuurd om zijn neef te overtuigen het hof te ontvluchten.
Ambrosius is ook degene die het rode poeder geanalyseerd heeft en het geïdentificeerd heeft als vergif. Spijtig genoeg werd het resultaat van zijn onderzoek gestolen. Hij heeft ook niet kunnen vaststellen waar de Kamerheer aan stierf want op dat moment was hij het paleis al ontvlucht.
Jan van Saksen heeft verscheidene fouten gemaakt in deze zaak, die hem tot een onvrijwillige medeplichtige maken, wat te wijten is aan zijn liederlijk leven. In dronken toestand heeft hij met een spion van de Ambassadeur gepraat over de ontmoeting van de Gravin en de Kamerheer. Omdat hij schulden had, heeft hij de beurs van Louis Chabot de Beaulieu aanvaard in ruil voor de belofte een fles Franse wijn te serveren aan de Kamerheer. Namelijk de bewuste fles met het vergif dat hem fataal is geworden.
Jan aanvaardt om Ambrosius te volgen om te vermijden dat hij gijzelaar zou worden. De twee verlaten vermomd als monnik het paleis en weten niets van het overlijden van de Kamerheer.
De schuldige in heel deze affaire is Louis Chabot de Beaulieu, de Ambassadeur van Frankrijk. Zijn drijfveer om te handelen is politiek geïnspireerd. Sedert zijn aankomst in het Brussels Hof bestaat zijn taak erin ervoor te zorgen dat het Keizerrijk geen verbond vormt met Engeland, want dat zou een alliantie zijn die in hoge mate de invloed van Frankrijk zou verzwakken. In de loop van het geplande onderhoud tussen de Gravin en de Keizer met medeplichtigheid van Jan Sweerts, besluit hij de Kamerheer te laten uitschakelen om de ontmoeting te annuleren. Hij gebruikt daarvoor het rode poeder, een tot dan onbekend vergif waarvan de eigenschappen ontdekt werden door Ambrosius. Om deze te kennen heeft Louis het toverboek van de alchemist doen stelen door zijn spion Rodolphe.
Dit project werd gerealiseerd met de steun van Delphine Houba, Schepen van Cultuur van de Stad Brussel.
De realisatie is het werk van Colin Delattre (beeld) en Thibaut Heymans (geluid).
De acteurs maken deel uit van de bende van de vzw Kaernunos, specialisten in ludieke en interactieve activiteiten.