Wist-je-datjes

Gaat het om catacomben?

Nee, het gaat niet om ‘catacomben’.

Catacomben zijn ondergrondse ruimten die bedoeld waren om er doden te begraven, dus een soort onderaards kerkhof (zoals de catacomben van Rome). De ruimten die de archeologische site van de Coudenberg vormen, hebben echter nooit als grafkamers gediend.

De site bestaat uit kelders van vroegere gebouwen die het paleis van Brussel vormden. Deze ruimten werden daarna nog gebruikt als kelders voor nieuwe gebouwen, of werden decennialang opgehoogd en de voorbije jaren herontdekt door archeologen.

Waarom is de archeologische site ondergronds?

Het voormalige paleis van Brussel werd gebouwd op een helling, zowel op de oostkant van de Zennevallei als op de zuidkant van het valleitje van de Coperbeek. Om de reliëfverschillen te compenseren, maar ook om de gebouwen stevig te verankeren in de helling, werden de gebouwen die de kapel en de grote staatsiezaal herbergden, voorzien van een of twee kelderverdiepingen.

Aan het einde van de 18de eeuw werd de hele wijk genivelleerd voor de aanleg van het Koningsplein en de omliggende paviljoenen. De kelderverdiepingen die zich in de hellingen bevonden, werden bewaard om onder meer als fundering te dienen voor de nieuwe constructies.

Het zijn deze kelderruimten die vandaag de archeologische site van de Coudenberg vormen.

Was de Isabellastraat altijd overwelfd?

Nee. Tot het einde van de 18de eeuw was het een openluchtstraat zoals alle straten van de stad.

Bij de aanleg van het Koningsplein op het einde van de 18de eeuw werd een stuk van de Isabellastraat toegewezen aan de abdij van Grimbergen, die op die plek een nieuw gebouw moest neerzetten. Daartoe liet de abdij stevige funderingsmuren optrekken in de vroegere straat, en de nieuwe ruimten die zo ontstonden, overwelven. De straat bestond toen niet langer en maakte plaats voor de kelders van het Hotel van Grimbergen (thans BIP - Brussel Info Plein).

Waarom werd de site niet vroeger herontdekt?

Sinds de verdwijning van het paleis van de Coudenberg onder het huidige Koningsplein aan het einde van de 18de eeuw schonken alleen enkele Brusselse historici er nog wat aandacht aan. Er waren bijvoorbeeld de bezoeken en studies van het Comité Oud Brussel, de monografie van Paul Saintenoy over kunst aan het hof, en de gedeeltelijke heropbouw van het paleis tijdens de Wereldtentoonstelling van 1935.

Pas in de jaren 1980 vonden de eerste archeologische opgravingen plaats. Daarna volgden nog 25 jaar lang graafwerken en verbouwingen, om te komen tot de archeologische site die vandaag bezocht kan worden.

Vallen er nog overblijfselen te ontdekken?

Ja, er valt nog heel wat te ‘ontdekken’ in de wijk. De gebouwen van het voormalige paleis van de Coudenberg werden heel waarschijnlijk niet volledig verwoest. Er bestaan allicht nog stukken muur en andere resten, verborgen in de ophogingen van het Koningsplein, het Paleizenplein en de tuinen van het koninklijk paleis, of vervat in de funderingen van de omliggende gebouwen.

Maar aangezien er geen gevaar bestaat dat deze zones tijdens diverse verbouwingswerken (parking, slopen/heropbouwen van gebouwen. ..) verwoest worden, zijn niet meteen nieuwe archeologische opgravingen gepland.

Waarom spreken we soms van ‘Paleis van Keizer Karel’?

De eerste ruimten die in de jaren 1980 herontdekt werden, zijn de kelders van de kapel van het paleis. Deze kapel werd gebouwd onder het bewind van Keizer Karel, tijdens de eerste helft van de 16e eeuw. Toen een orgaan werd opgericht voor het beheer van de nieuwe archeologische site, kreeg deze vereniging logischerwijze de naam ‘Paleis van Keizer Karel’.

Is de brand in het paleis in 1731 echt veroorzaakt door het maken van confituur?

Nee. Dat is de officiële versie van het drama. In werkelijkheid liep het anders.

Op 3 februari 1731, na een afmattende dag, komt Maria-Elisabeth van Oostenrijk, landvoogdes van de Nederlanden, in haar privévertrekken van het paleis in Brussel aan. De zus van Keizer Karel VI wordt door slaap overmand en vergeet de kaarsen te laten doven. Het drama voltrekt zich midden in de nacht. Het vuur bereikt de houten panelen en vervolgens de aangrenzende vertrekken.

De eigenlijke getuigen van het drama voeren verschillende mogelijke verklaringen aan: de brand zou zijn ontstaan bij de hofmeester, bij de confiseur, in de keukens of in de slaapkamer van de aartshertogin. Verschillende getuigenissen maken duidelijk dat er wel degelijk brand is ontstaan bij de confiseur, maar dat was enkele dagen voordien en het vuur was snel onder controle en gedoofd.

In de conclusies van het onderzoek blijft de landvoogdes buiten schot, door te stellen dat het vuur, op klassieke wijze, is ontstaan in de keukens. Uit de lezing van het onderzoeksverslag blijkt namelijk dat de getuigen signora Capellini, het kamermeisje van de landvoogdes dat bij haar in de gunst stond, niet rechtstreeks durfden te beschuldigen, maar haar wel schuldig achtten. In de conclusies van het onderzoek zal de Landvoogdes buiten schot blijven, door te stellen dat het vuur is ontstaan in de keukens onder de privévertrekken van de Landvoogdes, tijdens het maken van confituur voor het grote bal dat twee dagen later in het paleis zou plaatsvinden.