Terugkeren naar Geschiedenis & Archeologie
Geschiedenis van het paleis
Het paleis van de hertogen van Brabant
Hoog boven de stad Brussel, op de helling van de Coudenberg die de stad domineerde, bevond zich het paleis van Brussel. Het was zonder twijfel één van de mooiste prinselijke residenties van Europa. De oorsprong van dit paleis gaat terug tot de 12de eeuw. In de 13de eeuw roepen de hertogen van Brabant de stad uit tot hun politieke centrum. Vanaf de daaropvolgende eeuw zal deze defensieve burcht verbouwd worden tot een prachtig paleis, uitgroeien tot dé ontmoetingsplaats voor de internationale diplomatie en zich ontpoppen tot een gereputeerd en gewaardeerd oord van vermaak.
In de periode waarin het hertogdom Brabant onder het gezag van de hertogen van Bourgondië valt, en meer bepaald tijdens het bewind van Filips de Goede, neemt de stad zich voor deze rijke en spilzieke prinsen zo vaak mogelijk binnen haar muren te krijgen en te houden. Daartoe bekostigt ze zelf de bouw van een prestigieuze pronkzaal, de Aula Magna. De constructie ervan loopt van 1452 tot 1460.
Gedurende de eerste helft van de 16de eeuw zal Keizer Karel, de machtigste keizer van het Westen, persoonlijk toezien op de verdere uitbouw van het paleis. Tijdens zijn bewind wordt een indrukwekkende Gotische kapel opgetrokken.
De andere vleugels van het paleis blijven niet achter: het hoofdgebouw wordt nu eens verbreed, dan weer vergroot, en ook verhoogd; men voegt vensters toe en men bouwt een uitgestrekte galerij, versierd met beelden … Dit uitgebreide complex wordt in de loop van de eeuwen regelmatig verbouwd en elke heerser hoopt er zijn stempel op te drukken: opeenvolgend de Brabanders, de Bourgondiërs, de Spanjaarden en de Oostenrijkers. Geraffineerde kunstwerken versieren de appartementen: wandtapijten en de meest delicate borduurwerken, weelderige objecten van edelsmeedkunst, luxueuze handschriften of gedrukte boeken, beeldhouwwerken en bustes, glazen, het allerfijnste vaatwerk, en niet te vergeten, ontelbare schilderijen van de meest befaamde artiesten zoals Titiaan, Rubens, Brueghel …
De brand van 1731
Op 3 februari 1731, na een afmattende dag komt Maria-Elisabeth van Oostenrijk, landvoogdes van de Nederlanden, in haar privévertrekken van het paleis te Brussel aan. De zus van Keizer Karel VI wordt door slaap overmand en vergeet de kaarsen te laten doven. Het vuur bereikt de houten panelen en vervolgens de aangrenzende kamers.
De hele nacht lang bestrijdt de paleiswacht de brand met de middelen waarover men in die tijd beschikte: lederen emmers en brandspuiten. De burgerwacht, die zeer snel ter plaatse is, wordt in de verwarring weggejaagd. De strikte naleving van het protocol, dat de toegang tot de privéappartementen van de landvoogdes formeel verbiedt, maakt het niet mogelijk om de brandhaard te bestrijden. De landvoogdes wordt gered door het optreden van een grenadier, die de poorten van haar appartementen durft in te beuken. Bovendien staat er een strakke wind en bemoeilijkt het vriesweer de watertoevoer. Bij het ochtendgloren is het grootste gedeelte van het paleis in vlammen opgegaan.
De koningswijk van de 18de eeuw
Na het drama van 1731 waarbij de helft van het paleis verwoest werd, verhuist het hof naar het naburige Hotel van Nassau, toekomstig paleis van Karel van Lotharingen. Gedurende veertig jaar blijven de ruïnes onaangeroerd, ze krijgen de bijnaam ‘Verbrand Hof’.
In de jaren 1770 is er zowel de politieke wil als de juiste financiële toestand om een indrukwekkend architecturaal project op te zetten. Heel de hofwijk wordt opnieuw ontworpen. De ruïnes van het oude paleis en talrijke omliggende gebouwen worden met de grond gelijk gemaakt om de aanleg van een nieuw plein mogelijk te maken: het Koningsplein. Het wordt omringd door neoklassieke gebouwen die er vandaag de dag nog altijd zijn.
Het park en de vele tuinen van het paleis worden vervangen door een neoclassicistisch park, het heuvelachtige uitzicht van de Coudenberg verdwijnt in het stadslandschap.
Toch zijn een aantal oudere elementen bewaard gebleven om als kelders en funderingen voor de nieuwe gebouwen dienst te doen. Het zijn die resten die de bezoeker vandaag nog kan ontdekken in de archeologische site van de Coudenberg.